Een vriend van niemand is een vriend van iedereen
Men vindt mij nogal eens ‘unne lastige mens’. Dat mag van mij. Onder het motto “Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is” neem ook ik andermans getwitter voor lief. Of niet … Relaties leggen mag voor mij dan niet zo’n probleem zijn, het onderhouden ervan is dat wel. Ook sta ik niet bekend om mijn empathisch vermogen of conformisme.
We halen de filosofie er even bij om tot een mogelijke verklaring te komen. “Een vriend van iedereen is een vriend van niemand”. Hoe wijs deze gedachte ook is, ik draai de rollen in deze quote van oer-filosoof Aristoteles om: “Een vriend van niemand is een vriend van iedereen”. In technische zin ben ik mogelijk de perfecte socialist. Ten koste van zowel mezelf als mijn relaties staat verheffing van de maatschappij en op langere termijn de evolutie van de mens als belangrijkste punt op de horizon.
Ik zal u de details besparen, maar er zijn momenten geweest dat ik het niet meer zag zitten. Blijkbaar komt wijsheid toch met de jaren, want ik heb met wat men in de psychoanalyse projectie noemt een manier gevonden om persoonlijke problemen op redelijke afstand te houden en meer ruimte te geven aan de sublimatie van mijn Verbeelding. Daarnaast merk ik dat dat ook beter synct met mijn karakter, mijn persoon.
Misschien was de gedachte al bij u opgekomen: daar is geen echte mensenvriend aan het woord. Enigerlei vorm van misantropie valt mij inderdaad niet te ontzeggen. Het waarom ligt simpelweg in stijgende levenservaring. Mensen vallen me over het algemeen niet mee. Het gemak waarmee de mens selectief vergeet is mij een doorn in het oog.
Wellicht is het een soort evolutionaire drang, maar ik heb dus meer op met de mens als soort dan met het individu, uitzonderingen daargelaten. Ik denk eerder in generaties dan in levensjaren. Als marketeer ben ik ook iemand van de lange termijn strategie en niet van de reclameslogan.
Naast teleurstelling over het schaamteloos etaleren van tekortkomingen is er de domheid en de waan van de dag. Albert Einstein zei het al: “Twee dingen zijn oneindig: het universum en menselijke domheid. Maar van het universum weet ik het nog niet helemaal zeker.”
Mijn gedachten en gevoelens schijnen van een andere planeet te komen. Kort samengevat: ik begrijp de wereld niet en de wereld begrijpt mij niet. Met het stijgen van mijn leeftijd neemt de onwil om onbegrip en domheid te accepteren en tevens de actiebereidheid toe. Mijn Verbeelding is niet de uwe, maar er zullen naar alle waarschijnlijkheid wel degelijk overeenkomsten zijn. Als ik dan toch het door vele politici besmette woord ‘samen’ in de mond moet nemen, dan stel ik voor dat we op zoek gaan naar de overeenstemming, niet naar de verschillen.