Geluksbeleving
Extract uit De Derde Verlichting
Geluk en de beleving ervan is een zeer betrekkelijk en vooral subjectief begrip. Derhalve valt dit nooit generiek vast te stellen. Niet voor een wijk, laat staan voor een natie. En toch gebeurt het en wel via het Bruto Nationaal Geluk[1]+[2]+[3]. De criteria zouden zijn:
- bevordering van billijke en duurzame sociaaleconomische ontwikkeling;
- behoud en bevordering van culturele waarden;
- behoud van het natuurlijke milieu;
- goed bestuur van ondernemingen.
Hoe stel je dit nou in vredesnaam vast? Het Sociaal Plan Bureau maakt een 2-jaarlijks rondje langs de velden in ‘De Sociale Staat van Nederland’. In de 2015-uitgave[4] staat onder meer de volgende conclusie ten aanzien van ‘Leefsituatie en geluk’:
- In 2014 is de leefsituatie beter dan in 2004. De verslechtering tussen 2010 en 2012 heeft niet doorgezet. Onder de leefsituatie verstaan we een combinatie van welvaart en welzijn.
- Nederlanders geven het leven een 7,8 als rapportcijfer. In de afgelopen tien jaar is de levenstevredenheid iets toegenomen, maar sinds 2008 is die gedaald.
- De leefsituatie van de middengroep ontwikkelde zich gemiddeld. Hun tevredenheid met het leven is eveneens gemiddeld. Er is tussen mbo-2/3 en mbo-4 geen verschil in tevredenheid met het leven, maar wel in leefsituatie: die van mbo-2/3 is minder goed en bovendien verslechterd tussen 2012 en 2014.
- De kwaliteit van leven van kwetsbare burgers (laag inkomen, laagopgeleid, geen werk, met een ziekte of handicap) bleef onveranderd. Noch hun leefsituatie noch hun levenstevredenheid veranderde.
- Voor de verbetering van de leefsituatie zijn inkomen en het beschikken over digitale vaardigheden het meest belangrijk. Voor tevredenheid met het leven is regie over het eigen leven het meest van belang.
- De leefsituatie van mensen die in wijken met een lage sociaaleconomische status wonen, is in de afgelopen tien jaar meer dan gemiddeld verbeterd
- De kwaliteit van leven is in vergelijking met andere Europese landen redelijk hoog; alleen in de Noordse landen en Zwitserland is die iets beter. De houdbaarheid van de huidige kwaliteit van leven voor toekomstige generaties is echter niet vanzelfsprekend.
Een groot deel van de Nederlandse bevolking verwart welzijn met welvaart, verpakking met inhoud en relevantie met kille cijfers. Het strookt ook niet met de dagelijkse praktijk, waarin onvrede op allerlei manieren wordt geuit, van Twitter tot Verkiezingen. Ook de situatie van de middenklasse, die verderop nog uitgebreid wordt behandeld, doet grote twijfels opdoemen rond de waarde van de geluksmeting.
De twijfels worden alleen maar groter als ik me bedenk dat geluksbeleving vooral een biochemisch proces is, waarbij de aanmaak van serotonine, oxytocine en dopamine vele malen belangrijker zijn dan het psychologisch wensgestuurd invullen van een vragenformulier. Wetenschappelijk is vastgesteld dat een middel als Prozac (1987) een positieve werking heeft op de geluksbeleving. De van overheidswege verstrekte ‘soma’ in de dystopie Brave New World uit 1932 deed exact hetzelfde, al moet het begrip geluk niet met genot worden verward! Over het hoe kun je het dan nog hebben, maar de oplossing zit ‘m waarschijnlijk toch in een regelmatige aanvoer van genoemde neurotransmitters. Bijkomend voordeel zal zijn dat vele disputen en oorlogen kunnen worden voorkomen!
Liberaal gedachtegoed wil ook wel meewerken aan een goed gevoel bij de burger. Het idee van een individuele vrijheid en de gedachte dat je niemand nodig hebt werkt voor velen (maar ook weer lang niet allemaal) waarschijnlijk bevrijdend en leidt waarschijnlijk ook tot een hogere mate van geluksbeleving.
Het kan toch niet anders zijn dan dat zeer vele mensen diep in de grond van hun hart het idee moeten hebben dat ze in een soort verwurging zitten. De duivelscyclus werken om te leven (lees: inkomen te hebben) en de torenhoge lasten van wonen en huishoud zouden volgens mij veel meer tot onvrede moeten leiden dan tot nu toe uit eender welk onderzoek boven komt drijven. Alleen bij een bepaalde status c.q. ruim voldoende inkomen kun je je wat gelukkiger voelen, dat heeft Maslov[5] lang geleden al vastgesteld in zijn beroemde piramide. Hoewel (vaak terecht) bekritiseerd is het in dit geval een mooie manier om tot een indeling voor geluksbeleving te komen.
Met slechts de 1e laag en met een beetje goeie wil de 1e én 2e laag heb je het volgens mij nog niet over geluk. Geluk wordt vooral psychologisch en individueel bepaald, door de mate waarin vanaf laag 3 je leven meer inhoud wordt gegeven. Persoonlijk zou ik de bovenste 3 lagen horizontaal naast elkaar zetten, daar je bijvoorbeeld best tot een bepaald niveau van zelfrealisatie en erkenning en waardering kunt komen zonder sociale contacten. Ik spreek uit eigen ervaring …
Het is met name in het belang van conservatieven en machthebbers om de diepere lagen bij de burger met rust te laten. Vanuit mijn hoedanigheid als marketeer durf ik te stellen dat bij het meeste onderzoek grote vraagtekens zijn te plaatsen. Doel en middel (en opdrachtgever!) liggen meestal te dicht bij elkaar. De vader is te vaak de wens van de gedachte. Wellicht is een andere trigger nodig om mensen tot eerlijker antwoorden te bewegen. Frans de Waal[6], voornaam en voornamelijk primatoloog en etholoog, kwam met een treffende conclusie in zijn Zomergasten-editie van 20 augustus 2017. Het komt er op neer dat vragenformulieren totaal niet zijn te vertrouwen. Simpelweg omdat de ondervraagde mensen niet zijn te vertrouwen! Of het nou gaat om ervaringen, inkomsten, de frequentie van seksueel verkeer of de mate van geluksbeleving, resultaten moeten altijd in een geweldig relatief daglicht worden bezien.
Nee, je moet mensen niet bevragen over de beleving van geluk, er zullen andere manieren en meetmethoden moeten worden bedacht. Geluk, vrijheid, geld, gelijkheid, gelijkwaardigheid, rechten, maar ook zoiets als De Derde Verlichting of basisinkomen, het zijn allemaal voorbeelden van menselijke geestconstructies. Harari noemt het in zijn eerder genoemde boek Sapiens intersubjectieve imaginaire ordes. Ze bestaan niet echt, ze bestaan alleen in de collectieve verbeelding van mensen. Eén nieuwe, persoonlijke verbeelding is niet genoeg om de orde te verstoren en een mogelijke, collectieve mindshift gaat ontstellend veel energie en tijd kosten. Dit soort ordes dienen van een wetenschappelijk etiket te worden voorzien om tot adequate en betrouwbare meetsystemen en metingen te komen.
De ‘Geluksbelevingsgrens’ ligt volgens dit onderzoek[7] bij een inkomen van ongeveer 75.000 per jaar. Dollars of Euro, het doet er even niet toe. Bij een hoger salaris neemt het levensgeluk niet significant toe. Er zijn diverse bedrijven wereldwijd die dit principe verwerken in hun beleid. Op fingerspitzengefühl zeg ik dat we hier heel dichtbij de waarheid zijn.
Bovenal ondersteunt het de theorie van het onvoorwaardelijk basisinkomen, al ligt dat in de meeste plannen (de mijne incluis) op maximaal een kwart van genoemd bedrag. In de grafiek wordt een OBi van 18.000 door de overheid gegarandeerd uitgekeerd. Dat zal voor velen al een significant deel (laten we even aannemen 60%) van de geluksbeleving opleveren, daar diverse dagelijkse zorgen de wereld uit kunnen worden geholpen. Het verschil tussen 18.000 en 75.000 is de ruimte die door individuele doelen en inspanningen aanvullend kan worden gerealiseerd. Hoger kan uiteraard ook, maar vanaf 75.000 zal – buiten waarschijnlijk tijdelijke pieken – er geen sprake meer van steile stijgingen. Materiële en spirituele doelen zullen per persoon verschillen. Er dient, uiteraard binnen voldoende nivellerende grenzen, ruimte voor alle varianten te worden geschapen.
Het is van belang voor de vaststelling van de hoogte van het basisinkomen en de omgang met OBi-Plus in een grootschalig onderzoek uiteindelijke en daadwerkelijke grenzen vast te stellen. In een dergelijk onderzoek dienen nogal wat sociaaleconomische en psychologische variabelen te worden meegenomen. De populatie zou idealiter bestaan uit de gehele Nederlandse bevolking. Iets wat met COMNL werkelijkheid kan worden!
Overheid
Om een maatschappij opnieuw in te richten, bij voorkeur op basis van een systeem waarin het onvoorwaardelijk basisinkomen is aangenomen, dan zal de overheid zich moeten bezinnen op haar huishoudboekje. Vele uitgaven komen te vervallen, maar ook inkomsten zullen dalen. Om tot een sluitende begroting te komen zullen nieuwe spelregels moeten worden afgesproken en ingevoerd. Aan de uitgavenkant moeten nieuwe strepen worden getrokken. Misschien moet de overheid eindelijk zelf eens wat marktwerking gaan toepassen. De overheid moet leren om haar diensten te exploiteren! Door het bedrijfsleven betaald krijgen in plaats van ‘gratis’ weg te geven op kosten van de burger. Dat geldt o.a. voor de inzet van politie en voor wetenschappelijk onderzoek.
De overheid investeert of betaalt rekeningen nu op allerlei maatschappelijke vlakken. Het is zaak om te beoordelen waar we in de toekomst publiek geld naar toe willen laten vloeien.
- Het ‘redden’ van commerciële organisaties behoort tot de meest ridicule overheidsactiviteiten en dient met onmiddellijke ingang te stoppen. Of het nou gaat om de vele tientallen miljarden die naar de bankensector zijn gevloeid (zonder ook maar enig aanwijsbaar en bruikbaar resultaat) of investeren in de bouw van een nieuw voetbalstadion. De grens tussen publiek en commercieel moet strak zijn én blijven. Of het nou financiële thrillseekers zijn of voetbalfans op duurbetaalde stadionstoeltjes, het maakt niet uit. Burgers hoeven niet op alle fronten te worden beschermd. Als de burger kiest voor risico, dan moet ie ook leren de consequenties daarvan te dragen. De overheid kan zich in deze beperken tot de rol van de waarschuwende ouder, maar uiteindelijk is niks en niemand ‘too big to fail’.
- Financiële ondersteuning van commercieel geëxploiteerde onderdelen van de quartaire sector moet worden beëindigd of drastisch verlaagd. Meest aansprekende voorbeelden zijn te vinden in de topsport en cultuur. BVO’s (Betaald Voetbal Organisaties) en alle andere commercieel gerunde of gesponsorde organisaties dienen zichzelf volgens de regels van de marktwerking te bedruipen. Om ideeën op te doen kijke men in dit geval wél even naar de VS, alwaar sport en commercie wellicht zelfs iets teveel met elkaar vervlochten zijn. Politiebegeleiding dient door clubs zelf te worden betaald en niet gratis worden aangeboden en meer sponsoring door belanghebbenden uit het bedrijfsleven.
De overheid zal het grootste deel van haar inkomsten moeten innen via belastingheffing. Met de huidige regels zal dat te weinig blijken te zijn. Zeer waarschijnlijk zullen belastingen moeten worden aangepast of toegevoegd. Ik hou het graag simpel. Om humanistische redenen dient inkomensongelijkheid op zo kort mogelijke termijn te worden afgebouwd en armoede te worden uitgebannen. Dit vraagt offers van mensen die het nu goed hebben. Met name van diegenen die het goed hebben zonder anderen daarin te betrekken of zelfs over de rug van anderen. Het zal psychologisch niet onverklaarbaar zijn dat ‘nieuw geld’ en ‘oud geld’ anders in de maatschappij staan. Bedrijfsdoelstellingen van toen en nu lopen mijlenver uiteen. Door de neoliberale golf zijn de verhoudingen volkomen scheef gegroeid. De 1% heeft veel te veel geld aan het publieke domein onttrokken en zal nu dan ook de portemonnee moeten trekken en een flinke terugbetaling doen.