Beschaafd?
Ieder mens heeft zo zijn ambities. Een van de mijne is een beschaafd mens te zijn.
Maar wat betekent dat bijvoeglijk naamwoord, "beschaafd"?
Wij koppelen het over het algemeen aan het zelfstandig naamwoord "beschaving", maar dat heeft een wat dubbelzinnige betekenis, omdat het zowel betrekking kan hebben op een individu als op de menselijke cultuur waarvan dat individu deel uitmaakt. Onder een "beschaafd" individu verstaan wij over het algemeen iemand die zich de normen en waarden van zijn cultuur heeft eigen gemaakt.
In de westerse cultuur waarvan ik als individu deel uitmaak, betekent dat dat ik me de normen en waarden moet eigen maken van de westerse "beschaving", waarvan Gandhi ooit heeft opgemerkt dat zij hem een goed idee leek.
Gandhi concludeerde – en niet geheel ten onrechte – dat onze westerse beschaving nogal dubbelhartig is. We preken christelijke en humanistische waarden omtrent universele mensenrechten die we vervolgens ijverig met voeten treden. De stichters van de eerste westerse staat die op die principes gebaseerd was, de Verenigde Staten van Amerika, waren zelf slavenhouders, om maar iets te noemen. Terwijl de tekst die ze opstelden om hun opstand tegen de Britten te rechtvaardigen, toch echt begint met de woorden: "We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable Rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of Happiness." Ze zetten er dus wijselijk niet bij: "Behalve slaven".
In deze spagaat bevindt de westerse beschaving zich nog steeds. We hebben altoos de mond vol over mensenrechten, maar schromen niet om medemensen die het leed en de ellende in hun eigen land ontvlucht zijn – zoals Europeanen zelf eeuwenlang hebben gedaan toen ze de rest van de wereld nog meenden te moeten "koloniseren" – allerlei basisrechten te ontzeggen. Populistische politiekertjes doen hun uiterste best om de mensheid, wier lot in toenemende mate bepaald wordt door onderlinge verbondenheid, onder te verdelen in "wij" (=goed) en "zij" (=slecht).
Wat moet ik daarmee als westers individu met beschaafde ambities? Waar komt die zogeheten "beschaving" eigenlijk vandaan?
Historici koppelen het begrip doorgaans aan de opkomst van stedelijke gemeenschappen. Die ontstonden nadat de mens de landbouw had uitgevonden en dingen begon te produceren. Niet dat we voorheen geen dingen maakten, natuurlijk. Het maken van dingen uit andere dingen is immers een van onze meest kenmerkende menselijke eigenschappen.
Natuurlijk was niet iedereen daar even goed in. Ongetwijfeld zijn er altijd mensen geweest die zogezegd met twee linkerhanden geboren werden. Daardoor kunnen we ons voorstellen dat iemand die bijzonder goed stenen pijlpunten voor de jacht kon maken, meer tijd besteedde aan het maken van zulke pijlpunten voor andere jagers dan aan de jacht en dat de de minder handig aangelegde jagers die zijn pijlpunten gebruikten, hem beloonden met een deel van de opbrengst van de jacht – een vorm van primitieve ruilhandel. Maar over het algemeen waren de meeste mensen in staat de meeste dingen die ze nodig hadden, zelf te maken.
Behalve zulke gebruiksvoorwerpen (en sieraden en kunstwerken zoals de rotstekeningen in Zuidwest-Europa), produceerden deze jager-verzamelaars niet veel. Dat veranderde met de opkomst van de landbouw. Hoewel die de mensen op een ongezonder dieet zette dan hun voorouders (de mensen die als eersten overgingen op een bestaan als landbouwer, krompen binnen enkele generaties met decimeters), leverde ze wel de mogelijkheid van overproductie, dat wil zeggen de productie van meer goederen dan voor onmiddellijke consumptie nodig waren.
Daarmee groeide wat wij de "welvaart" noemen en dat bood vervolgens de mogelijkheid tot verdere specialisatie van werkzaamheden. Die luidde vervolgens een technologische revolutie in, te beginnen met de metaalbewerking, waaraan vooralsnog geen einde is gekomen en die de welvaart in "rijkdom" deed verkeren.
Als het daarbij gebleven was, was er geen probleem geweest. Dan had onze beschaving zich vreedzaam kunnen ontwikkelen. Helaas is "vreedzaam" echter niet altijd een eigenschap waar onze soort in uitblinkt. De groeiende welvaart van de eerste landbouwers lokte de begeerte op van lieden die doorhadden dat je iets niet alleen kunt verwerven door werk of koop of ruil, maar ook door diefstal.
De meest brutalen van deze wierpen zich op als "beschermers" van de boeren en stedelingen. In ruil voor hun "bescherming" eisten zij een deel van de vruchten die de door hen onderworpen beschaving voortbracht. Zo zijn we aan de vorsten, koningen en politici in het algemeen gekomen die zich nog steeds als "regeringen" opwerpen. In de Verenigde Staten, waar het volk in naam regeert, maar de werkelijke macht nog steeds in handen ligt van een selecte, zelfbenoemde elite, noemen ze zoiets een "protection racket".
Omdat de mensen zich vaak ook bovennatuurlijk bedreigd voelden, bijvoorbeeld door natuurrampen die buiten hun macht lagen en die ze niet begrepen, ontstond nog een tweede "racket": die van charlatans en "priesters" die beweerden te kunnen bemiddelen tussen het ondermaanse en hele legers aan hun fantasie ontsproten goden en demonen. Daarbij werd al snel ontdekt dat controle door de nieuwe heersende klassen het beste kon worden uitgeoefend als producten en diensten werden geconcentreerd in wat we "steden" noemen.
Het is een systeem dat in moreel opzicht geheel en al op chantage gebaseerd was en in de grond nog steeds is, zoals blijkt uit de manier waarop onze "democratisch" gekozen regeringen onderworpen zijn aan de grillen van een financieel systeem dat gerund wordt door lieden die aan geen enkele democratische controle onderworpen zijn en die de ware erfgenamen zijn van de koningen priesters die aan de wieg van onze "beschaving" stonden.
Het mag een wonder van menselijke veerkracht heten dat de mensheid als geheel, ondanks het feit dat zij het grootste deel van haar geschiedenis onderworpen is geweest aan een kaste die in de morele praktijk niet of nauwelijks van de gemiddelde maffia-familie te onderscheiden is, er toch in geslaagd is de afgelopen twee eeuwen grote morele vooruitgang te boeken.
We beschouwen de slavernij die door de opstellers van de Amerikaanse Grondwet werd bedreven, inmiddels algemeen als moreel verwerpelijk, al is zij nog niet wereldwijd uitgeroeid. Dat is zeer uitzonderlijk: geen enkele eerdere "beschaving" heeft ooit morele problemen gehad met slavernij en lijfeigendom.
We voeren thans ook minder oorlog dan ooit eerder in onze geschiedenis. Oorlogen tussen naties komen vrijwel niet meer voor. Zelfs een Vladimir Poetin, toch niet de meest verlichte politicus die je je kunt voorstellen, durft een rechtstreekse oorlog om Oekraïne niet meer aan. De meeste oorlogen die we op het nieuws zien, zijn burgeroorlogen.
De grote slag tussen de islam en de westerse filosofie, bij de gedachte waaraan het een geblondeerde kwezel als Geert Wilders dun door de broek loopt, zal niet met wapens worden uitgevochten, wat misleide moslim-"terroristen" en westerse islamologen ook mogen denken. Uiteindelijk is dat een gevecht tussen ideeën en ideeën zijn aanpasbaar, zoals de huidige katholieke Paus bewijst. Sterker nog: ideeën die zich niet aanpassen aan nieuwe inzichten, zijn ten dode opgeschreven.
Dat brengt mij terug naar waar ik begon: wat betekent dit alles voor mij persoonlijk, met mijn ambitie een "beschaafd" mens te zijn? Uiteindelijk kan ik dat alleen binnen de context van mijn eigen cultuur, dat wil zeggen binnen de christelijk/humanistische traditie die zegt, om onze Amerikaanse vrienden te citeren: "that all men are created equal, that they are endowed (…) with certain unalienable Rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of Happiness".
Iedereen heeft evenveel recht op leven, vrijheid en het streven naar geluk. Of beter gezegd: noch een individu, noch een samenleving heeft het recht een mens leven, vrijheid en het nastreven van geluk te ontzeggen.
Maar dat levert allerlei semantische haken en ogen op. Wat is "geluk", bijvoorbeeld, om de meest voor de hand liggende te noemen? Wat als iemand er gelukkig van wordt anderen ongelukkig te maken, zoals ons premiertje, toen dat onlangs bij een herziening van het uitkeringenstelsel blij kakelde dat het "de geluksmachine ging uitzetten"?
Daarom vertaal ik het liever naar de zogeheten "Gulden Regel", die je op een of andere manier kunt terugvinden in vrijwel alle religies en moraalstelsels die de mens ooit heeft bedacht en die in het Nederlands al sinds jaar en dag als volgt wordt samengevat:
"Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet."
Dat is al moeilijk genoeg…