Conservatief
Mensen zijn van nature conservatief. Als wij het zelf niet slecht hebben, houden we dat het liefst zo. Het Engels kent daar mooie uitdrukkingen voor: “Don’t rock the boat”, “if it ain’t broke, don’t fix it”. Mensen zijn ook van nature conservatief in hun esthetische oppvattingen. Zelf vind ik bijvoorbeeld de muziek uit de jaren 60 de mooiste en belangrijkste muziek die ooit gemaakt is, maar dat komt niet doordat die muziek daadwerkelijk de mooiste en belangrijkste muziek aller tijden was, maar omdat ik toen zelf nog jong was en je jeugd doorgaans de mooiste en belangrijkste tijd van je leven is.
Politiek conservatieve opvattingen hebben dezelfde grondslag. Aanhangers ervan, waarvan je in ons land de meest fanatieke vindt bij het partijtje dat zichzelf nogal brutaal “Volkspartij voor Vrijheid en Democratie” noemt, hebben maar één maatschappelijk doel voor ogen: het handhaven van de sociaal-economische status quo. Niet omdat dat het beste is voor de samenleving, maar omdat dat haar het beste uitkomt. De sociale filosofie van de VVD komt neer op: de rijken moeten rijk blijven en de armen arm. Het partijtje noemt dat “denivellering”.
Dat zegt zo’n partijtje natuurlijk niet met zoveel woorden. Dat zou maar kiezers kosten. Dus gooit het het over een andere boeg. Om haar sociaal-economische doelstelling te verdoezelen speelt zo’n partijtje in op angst. Angst voor “criminaliteit”, angst voor Russen en voor “moslimterroristen”, angst voor het “begrotingstekort”. De boodschap van de rechtse conservatief heeft dus een negatieve grondslag: als jullie niet op ons stemmen loopt het slecht met jullie af. Maar wie het beter wil hebben, zal daar intussen wel zelf voor moeten zorgen. De overheid heeft daarin slechts een minimale rol te spelen, zelfs als het voor de samenleving essentiële zaken als onderwijs, gezondheidszorg en energievoorziening betreft.
Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat het leidertje van een partijtje als de VVD, dat het zowaar tot premiertje van dit land geschopt heeft – overigens voor een groot deel met dank aan het onderwijs dat het resultaat was van de politieke arbeid van mensen die er over onderwijs heel andere ideeën op nahielden – er prat op gaat dat het “niet zoveel met ‘visie’ heeft”, zoals het niet zo lang geleden nogal parmantig opmerkte. Iemand als Mark Rutte is namelijk niet geïnteresseerd in de vorm van de sociaal-economische status quo die hij verdedigt. Dat heeft te maken met de psychologie van de conservatieve politicus. Die is in haar diepste wezen meer gericht op eigenbelang dan op het maatschappelijk belang. Lieden die er conservatieve politieke opvattingen op na houden hebben als voornaamste ambitie een persoonlijke: om zo hoog als mogelijk op te klimmen op de ladder van het bestaande systeem. Omdat veranderingen aan dat systeem – waarvan per definitie slechts een kleine minderheid optimaal profiteert – hun eigen kansen op succes zouden kunnen verkleinen, zullen zij zich tegen elke wijziging in het systeem verzetten, zelfs als zo’n wijziging een verbetering met zich mee zou brengen voor de meerderheid van de leden van de samenleving.
Wie op ons premiertje en zijn partijtje stemt in de veronderstelling dat die gedreven worden door maatschappelijke idealen, zal dus bedrogen uitkomen. Mark Rutte verdedigt het kaptalisme niet omdat hij ervan overtuigd is dat het kapitalisme het beste is voor de maatschappij, maar omdat hij meent dat hier en nu het het beste is voor Mark Rutte en zijn trawanten. Als Mark Rutte in de oude Sovjetunie was geboren, was hij een brave “apparatsjik” geweest die met even veel vuur het gemankeerde gedachtegoed van Lenin en Stalin zou hebben verdedigd als hij hier en nu op de bres springt voor het al even gemankeerde neoliberale gedachtegoed.
Maak jezelf als kiezer niets wijs!