Het Basisinkomen – Bijlagen – Verklarende woordenlijst
Besteedbaar inkomen
Bruto-inkomen verminderd met de inkomstenbelasting, premies voor inkomensverzekeringen zoals tegen werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid, pensioenpremies en soms ook overdrachten tussen huishoudens (zoals alimentatie).
Bruto-inkomen
Inkomen uit arbeid en vermogen plus uitkeringen uit inkomensverzekeringen (bijvoorbeeld vanwege werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of ouderdom), uitkeringen uit sociale voorzieningen (zoals bijstand), gebonden overdrachten (waaronder huurstoeslag en de tegemoetkoming studiekosten) en ontvangen inkomensoverdrachten (zoals alimentatie van de ex-echtgenoot).
Corporatie
Een vereniging van mensen met dezelfde belangen
Gemiddeld inkomen
Het gemiddelde inkomen wijkt af van het modaal inkomen. Dit omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Hierbij zit ook de bevolking niet werkt of geen inkomen geniet. In 2011 was het gemiddeld inkomen 33.500 euro per jaar.
Gestandaardiseerd inkomen
Het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden om de inkomens van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar te maken.
Kapitalisme
Het kapitalisme is een economisch systeem dat is gebaseerd op investeringen van geld in de verwachting winst te maken. De productiemiddelen zijn meestal in privaat eigendom van een producent die daarbij veelal gebruikmaakt van loonarbeid om meerwaarde te creëren. Geld en kapitaalaccumulatie hebben hierbij de primaire rol overgenomen van de behoeftebevrediging in het economische proces. Hoewel niet aanwezig in elke vorm van kapitalisme, wordt de vrije markt veelal ook gezien als belangrijk kenmerk. Door de uiteenlopende ideeën die, vaak langs ideologische lijnen, in de tijd zijn ontwikkeld over wat het kapitalisme inhoudt, zijn deze kenmerken echter omstreden.
Mediaan inkomen
In de statistiek is de mediaan het midden van een verdeling of gegevensverzameling; dat wil zeggen dat 50% van de getallen onder de mediaan ligt en 50% erboven.
De modus is binnen een frequentieverdeling de waarde of (waarnemings)klasse met de grootste frequentie, of anders gezegd, de waarde of klasse die het vaakst voorkomt.
Bijvoorbeeld: een klas van vijftien leerlingen doet een proefwerk. De cijfers zijn: 4, 5, 6, 6, 6, 6, 6, 7, 7, 7, 7, 8, 8, 8, 8. Het cijfer 6 komt het meest voor (vijf keer) en dat is dus de modus. (De mediaan is 7, het gemiddelde 6,6.). Modaal is de bijvoeglijke vorm van modus en kennen we bijvoorbeeld van modaal inkomen.
Modaal inkomen
In Nederland gebruikt men het begrip modaal inkomen als referentiepunt voor de bepaling van inkomenseffecten van maatregelen door de overheid.
Neoliberalisme
Het streven naar een gereguleerde markt, waarbij marktinvloeden gecombineerd worden met overheidsinvloeden. Hiermee onderscheidde het neoliberalisme zich van het klassiek-liberalisme dat minimale overheidsinvloed beoogt en het socialisme dat méér overheidsinvloed nastreeft. Oorspronkelijk werd het neoliberalisme derhalve geplaatst tussen het socialisme en het klassiek-liberalisme.
Quartaire sector
De quartaire sector omvat de niet-commerciële dienstverlening. Daarbij gaat het om diensten als openbaar bestuur, defensie, onderwijs, zorg, openbare orde en sociale zekerheid. Deze diensten zijn vooral gericht op het welzijn van de burger, maar faciliteren ook het goed kunnen functioneren van de marktsector. In de quartaire sector vallen zowel de overheidsdiensten als de door de overheid deels of geheel gesubsidieerde diensten. Voorbeelden zijn ziekenhuizen, verpleeghuizen, brandweer, justitie, defensie, sociaal werk, cultuursector, wetenschapssector en scholen. De quartaire sector omvatte in 2000 in Nederland 36 procent van het bruto binnenlands product en bood aan 2,3 miljoen mensen werk. De Nederlandse quartaire sector werd in 2000 voor 61% gefinancierd uit collectieve middelen.
Return on Investment
De Engelse term return on investment geeft het rendement op de investering aan. Indien een investering verlies oplevert dan is de R.O.I. een negatief getal. De R.O.I. van een geheel bedrijf kan men berekenen door de nettowinst te delen door de boekwaarde van de totale activa. De R.O.I. van een deelproject kan men berekenen door de specifieke opbrengst voor een project te delen door de specifieke investering.
Shareholder value
Een zakelijke term, soms ook aangeduid als shareholder value maximization of shareholder value model, die de mate van bedrijfssucces (met name winst) vertaalt in de verrijking van de aandeelhouders. Populair geworden vanaf de jaren ’80.