Huishoudboekje van de overheid 2015
De overheidsbegroting van 2015 ziet er als volgt uit:
Gegevens integraal overgenomen van de website van de Rijksoverheid (klik op afbeeldingen)
Inkomsten overheid 2015 | |||||||||
Bedragen x 1 miljard | |||||||||
Directe belastingen | € 71,8 | * Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal | |||||||
Loon- en inkomensbelasting | € 52,4 | Directe belastingen zijn de belastingen op inkomen, winst en vermogen. De belangrijkste is de loon- en inkomstenbelasting. Iedereen die een inkomen heeft uit bijvoorbeeld een onderneming, in loondienst is of een uitkering ontvangt, betaalt daarover belasting. Bedrijven in de vorm van een BV (Besloten Vennootschap) of NV (Naamloze Vennootschap) betalen over de gemaakte winst vennootschapsbelasting. Overige directe belastingen zijn bijvoorbeeld dividendbelasting en schenk- en erfbelasting. | |||||||
Vennootschapsbelasting | € 14,4 | ||||||||
Dividendbelasting | € 2,6 | ||||||||
Schenk- en erfbelasting | € 1,6 | ||||||||
Overige directe belastingen | € 0,7 | ||||||||
Indirecte belastingen | € 74,9 | * Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal | |||||||
Omzetbelasting | € 44,7 | Dagelijks komen we in aanraking met indirecte (kostprijsverhogende) belastingen. De meest bekende en grootste indirecte belasting is de btw. In de prijs van bepaalde consumptiegoederen is ook accijns opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn tabaksproducten, benzine en alcoholhoudende dranken. Overige indirecte belastingen zijn bijvoorbeeld motorrijtuigenbelasting, belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM) en invoerrechten. | |||||||
Accijnzen | € 11,4 | ||||||||
Overdrachts- en assurantiebelasting | € 3,8 | ||||||||
Belastingen op een milieugrondslag | € 5,1 | ||||||||
Belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM) | € 1,3 | ||||||||
Motorrijtuigenbelasting | € 3,9 | ||||||||
Invoerrechten | € 2,4 | ||||||||
Bankbelasting | € 0,5 | ||||||||
Verhuurderheffing | € 1,3 | ||||||||
Overige indirecte belastingen | € 0,4 | ||||||||
Premies volksverzekeringen | € 37,2 | Iedere Nederlander met een inkomen betaalt premies volksverzekeringen. Wie minder verdient, betaalt minder premie. Met de premies volksverzekeringen is iedereen in Nederland verzekerd voor: AOW (Algemene Ouderdom Wet) is een basispensioen voor mensen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. De AOW-leeftijd is vanaf 2013 stapsgewijs verhoogd naar 66 jaar in 2019 en 67 jaar in 2023; WLZ (Wet Langdurige Zorg) voor passende zorg aan mensen met blijvende beperkingen, met aandacht voor het individuele welzijn (tot en met 2014 onderdeel van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Anw (Algemene nabestaandenwet) nabestaandenuitkering voor mensen bij wie de inkomsten wegvallen door het overlijden van echtgenoot/partner of ouder. |
|||||||
Premie werknemersverzekeringen | € 53,9 | Werkgevers betalen arbeidsongeschiktheidpremies (WIA) en werkloosheidspremies (WW). Hiermee zijn alle werknemers in Nederland verzekerd van een (tijdelijke) financiële ondersteuning bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Ook betalen werkgevers inkomensafhankelijke zorgpremies aan de overheid voor hun werknemers. Hieruit worden deels, naast de eigen bijdrage en de zorgpremie die mensen zelf aan hun zorgverzekeraar betalen, de kosten voor curatieve medische zorg betaald. | |||||||
Gasbaten | € 9,1 | Gasbaten zijn de inkomsten die voortvloeien uit de verkoop van aardgas. De hoogte van de opbrengst uit aardgas is afhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid en ook van de hoogte van de olieprijs en de euro/dollarkoers. De prijs van aardgas is namelijk gekoppeld aan de prijs van olie in dollars. | |||||||
Totale inkomsten 2015 |
€ 246,9 |
Uitgaven overheid 2015 | |||||||||
Bedragen x 1 miljard | |||||||||
Zorg | € 72,9 | De Nederlandse zorg behoort tot de beste van Europa. De kwaliteit van onze zorg neemt hand over hand toe. We leven langer en krijgen meer zorg dan ooit. Dat is goed nieuws, maar stelt ons ook voor steeds hogere kosten. Tegelijkertijd zien we dat veel ouderen langer thuis willen wonen en dat mensen, ook als ze ziek zijn of leven met een beperking, steeds meer zelf kunnen en willen regelen. Nieuwe technologie speelt daarbij een grote rol. Om de zorg goed en betaalbaar te houden én tegemoet te komen aan de veranderde wensen van mensen, maken we een omslag: zoveel mogelijk zorg zal thuis of dichtbij huis worden geleverd. We pakken we fraude, verspilling en ongepast gebruik van zorg hard aan, zodat elke euro voor de zorg ook daadwerkelijk aan zorg wordt besteed. |
|||||||
Medische zorg (incl. zorgtoeslag) | € 45,8 | ||||||||
Langdurige zorg en verpleging | € 25,6 | ||||||||
Overig | € 1,5 | ||||||||
Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt | € 77,6 | De eerste voorzichtige tekenen van economisch herstel zijn zichtbaar. Wel is er nog steeds sprake van hoge werkloosheid. Het kabinet vindt dit onaanvaardbaar. Komend jaar blijft de aanpak van werkloosheid dan ook speerpunt voor dit kabinet.
De afgelopen jaren heeft het kabinet al veel maatregelen genomen om het hoge niveau van de werkloosheid aan te pakken. Het kabinet richt zich daarbij specifiek op groepen die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt, zoals jongeren en ouderen. We ondersteunen jongeren en ouderen bij het vinden van werk. Via de sectorplannen ondersteunen we sectoren met het aan het werk helpen en houden van mensen. |
|||||||
AOW en Anw | € 36,0 | ||||||||
Werkloosheidsuitgaven | € 12,6 | ||||||||
Arbeidsongeschiktheidsregelingen | € 11,8 | ||||||||
Kindregelingen | € 3,2 | ||||||||
Re-integratie en bemiddeling (incl. sociale werkplaatsen) | € 7,2 | ||||||||
Overig | € 6,8 | ||||||||
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | € 33,0 | Onderwijs, cultuur, media, wetenschap en emancipatie zijn cruciaal voor een energieke samenleving, een veerkrachtige economie en een betrokken democratie. We hebben wereldwijd gerenommeerde wetenschappers, musea en orkesten. Ons onderwijs wordt in internationale vergelijkingen hoog gewaardeerd. Maar dat is geen reden om de aandacht te verliezen. Onze beste leerlingen worden onvoldoende uitgedaagd. Bovendien staat de samenleving en de wereld om ons heen niet stil. De voortschrijdende digitalisering leidt tot het ontstaan van nieuwe mogelijkheden voor communicatie, onderwijs, cultuurparticipatie en wetenschapsbeoefening. Dit betekent dat wij onze jongeren opleiden voor banen die nu nog niet bestaan en dat werknemers en werkgevers zullen moeten blijven investeren in hun eigen kennis en know-how. | |||||||
Basisonderwijs | € 10,0 | ||||||||
Voortgezet onderwijs | € 7,5 | ||||||||
Hoger onderwijs | € 6,9 | ||||||||
Beroeps- en volwasseneneducatie | € 4,1 | ||||||||
Studiefinanciering | € 1,5 | ||||||||
Onderzoek en wetenschapsbeleid | € 1,0 | ||||||||
Cultuur | € 0,7 | ||||||||
Media | € 0,8 | ||||||||
Overig | € 0,5 | ||||||||
Gemeente en Provinciefonds | € 18,4 | Het Gemeentefonds is een fonds op de rijksbegroting dat wordt gevuld uit de belastingen. Gemeenten krijgen elk jaar geld uit het Gemeentefonds om een deel van hun uitgaven te betalen. Gemeenten mogen zelf bepalen waar ze dit geld aan besteden. Zij gebruiken het geld voor bijvoorbeeld fietspaden en schoolgebouwen. Ook provincies krijgen elk jaar geld van het Rijk, uit het Provinciefonds, om een deel van hun uitgaven te betalen: de algemene uitkering. Provincies besteden dit aan bijvoorbeeld wegenonderhoud, bodemsanering en de aanleg van recreatiegebieden. | |||||||
Gemeentefonds | € 15,7 | ||||||||
Provinciefonds | € 1,0 | ||||||||
Overig | € 1,7 | ||||||||
Buitenlandse Zaken/Internationale Samenwerking | € 10,6 | Nederland is door zijn open economie voor welvaart en veiligheid afhankelijk van het buitenland. Door een actieve rol bij EU, NAVO en VN draagt de overheid bij aan vrede en veiligheid in de wereld en beschermt ze Nederlandse belangen. Bijvoorbeeld door Nederlandse bedrijven in het buitenland in contact te brengen met lokale ondernemers of voor ze te bemiddelen bij buitenlandse overheden. Daarnaast helpt de overheid Nederlanders die in het buitenland op reis zijn of daar wonen als ze zich in een crisissituatie bevinden. Nederland ondersteunt internationaal de mensenrechten en geeft hulp en stimuleert de economie in ontwikkelingslanden. Deze landen krijgen ook hulp bij de opbouw van politie en justitie, want een gezonde economie heeft een goed functionerende rechtsstaat nodig. | |||||||
Infrastructuur en Milieu | € 9,2 | Een leefbaar, bereikbaar en veilig Nederland met een sterk concurrerende internationale positie: daar staat het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) voor. Daarvoor werkt het ministerie aan oplossingen voor grote uitdagingen waar Nederland voor staat op het gebied van klimaatverandering, waterveiligheid, milieu, ruimtelijke inrichting en bereikbaarheid. | |||||||
Rijksbijdrage investeringen in wegen, vaarwegen en spoorwegen | € 5,3 | ||||||||
Rijksbijdrage investeringen in Waterveiligheid en zoetwater | € 1,1 | ||||||||
Bijdrage aan mede-overheden voor Verkeer en Vervoer (BDU) | € 1,8 | ||||||||
Milieu (Klimaat, Lucht en Geluid) | € 0,1 | ||||||||
Ruimtelijke Ontwikkeling | € 0,2 | ||||||||
Overig | € 0,7 | ||||||||
Veiligheid en Justitie | € 10,0 | Veiligheid en Justitie gaat in 2015 verder met het veiliger maken van Nederland en het versterken van de rechtsstaat. De Veiligheidsagenda 2015-2018 richt zich op belangrijke prioriteiten als aanpak van ondermijnende criminaliteit, cybercrime, fraude en kinderporno. Bij bestrijding van High Impact Crimes ligt de nadruk op het verhogen van het oplossingspercentage, het afpakken van crimineel vermogen en een zorgvuldige bejegening van slachtoffers. Nationale veiligheid vraagt om intensieve aanpak van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit. Om de democratische rechtstaat te beschermen zet het ministerie krachtig in op bestrijding van extremisme en terrorisme en het vroegtijdig herkennen van radicalisering en introduceert hiervoor nieuwe maatregelen en wetgeving. Door versterking van de strafrechtketen en digitalisering van het aangifteproces worden procedures transparanter en prestaties zichtbaar. Slachtoffers kunnen sneller en beter worden geholpen en waar nodig (juridisch) bijgestaan. |
|||||||
Rentelasten staatsschuld | € 8,4 | De Rijksoverheid heeft in het verleden en ook de laatste jaren meer geld uitgegeven dan er binnenkwam. En heeft geld moeten lenen om alle uitgaven in die jaren te kunnen betalen. Nederland heeft daarmee een schuld opgebouwd. Net als ieder ander, die geld leent, moet ook de overheid over die schuld rente betalen. Jaarlijks bedragen deze rentebetalingen miljarden euro. De staatsschuld omvat alleen de schuld van het Rijk, de rentelasten hierover bedragen 8,4 miljard. De overheidsschuld (EMU-schuld) bestaat uit de schuld van de gehele overheid: centrale overheid (Rijk en overige centrale overheid), decentrale overheden en sociale fondsen. Voor 2015 bedraagt deze schuld 467 miljard. |
|||||||
Defensie | € 7,3 | * In de Miljoenennota 2015 is aan totaal uitgaven voor Defensie 7,3 miljard opgenomen. Dit is 7,7 miljard minus 323 miljoen ontvangsten. | |||||||
De Nederlandse Krijgsmacht acteert in een wereld waarin de veiligheidssituatie voortdurend verandert. Dit is direct of indirect van invloed op de Nederlandse belangen. Dit vraagt om een krijgsmacht die slagvaardig en betrouwbaar is. Vanaf 2015 krijgt Defensie er in de begroting extra geld bij, resulterend in € 100 miljoen per jaar vanaf 2017. De nationale en internationale veiligheidssituatie nopen voorts tot een verdere opwaartse aanpassing van het ambitieniveau van de krijgsmacht. Dit zal gevolgen hebben voor de samenstelling en toerusting van het materieel en personeel van de krijgsmacht, en zo ook voor het bijbehorende niveau van de defensiebestedingen. Een trendbreuk dus! Goed werkgeverschap blijft daarbij centraal staan. De intentie is om deze trendbreuk de komende jaren, waar dat mogelijk en nodig is, verder vorm te geven. In 2015 richt Defensie zich op het verbeteren van de inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht. Hiermee kan de slagkracht van de krijgsmacht, in het belang van Nederland, worden versterkt. | |||||||||
Economische Zaken | € 4,4 | * Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal | |||||||
Excellent ondernemersklimaat | € 0,3 | Het economisch herstel zet voorzichtig door. De Nederlandse economie groeit weer, de export en bedrijfsinvesteringen nemen toe. We zijn ons bewust van de risico’s voor onze economische groei, zoals recente geopolitieke ontwikkelingen en toenemende wereldwijde concurrentie. Maar zien ook de kansen die technologische vernieuwing, een betere werking van de Europese interne markt en een sterkere rol van ICT bieden. In 2015 wil het kabinet dat ondernemers, samen met onderzoekers en de overheid, blijven innoveren en groeien om zo onze economie en natuurlijke omgeving te versterken. We zorgen voor beter financiering voor ondernemers, versimpelen regels, stimuleren innovatie, openen buitenlandse afzetmarkten en ondersteunen de land- en tuinbouwsector om een wereldspeler van formaat te blijven. Bovendien werken we aan een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Zo zorgen we voor meer werk en inkomen, met ruimte voor de natuur en een goede leefomgeving. |
|||||||
Innovatievermogen | € 0,7 | ||||||||
Natuur, landbouw, visserij | € 1,4 | ||||||||
Natuur, groene groei | € 0,3 | ||||||||
Energie | € 1,6 | ||||||||
Financiën | € 4,1 | * Inclusief het BTW-compensatiefonds | |||||||
Het ministerie van Financiën werkt aan een financieel gezond Nederland. Samen met de Belastingdienst zorgt het ministerie voor een groot deel van de inkomsten van de overheid en ziet aan de andere kant toe op een doelmatige besteding van het overheidsgeld. Financiën is verantwoordelijk voor de fiscale wetgeving en maakt daarnaast regels voor een goed functionerende financiële sector en het toezicht daarop. In Europa en in de rest van de wereld behartigt het ministerie de financiële belangen van Nederland. | |||||||||
Wonen en Rijksdienst | € 3,0 | De woningmarkt veert weer op. Door rust en duidelijkheid te bieden werkt het kabinet aan het herstel van het vertrouwen en het verder in beweging krijgen van de woningmarkt. Het kabinet gaat daarom door op de ingeslagen weg. Woningcorporaties gaan weer terug naar waar ze voor zijn: het betaalbaar huisvesten van mensen met een lager inkomen. Voor bouwers en beleggers wordt het zo interessanter om te investeren in middeldure huurwoningen; daar is veel vraag naar. Ook wil het kabinet meer vormen van tijdelijke huurcontracten. Daardoor kunnen bijvoorbeeld jongeren en starters sneller aan woonruimte komen. De hervormingen die de overheid in eigen huis doorvoert, zijn in volle gang. De overheid moet dienstverlenender en efficiënter werken. Gezamenlijk inkopen en het bundelen van diensten (financiën, ict, personeel) bespaart geld. Gebouwen die de kleinere overheid niet meer nodig heeft, worden verkocht. Zo krijgen ze een nieuwe bestemming. |
|||||||
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | € 0,7 | Een goed functionerend openbaar bestuur is van belang voor het welbevinden van de inwoners van Nederland, voor het draagvlak voor de democratie en als basis voor een duurzame economische groei.
Ons openbaar bestuur staat voor nieuwe uitdagingen in een veranderende samenleving. Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp, de langdurige zorg en de begeleiding naar werk. Daarnaast vragen mensen vaker ruimte om taken over te nemen die oorspronkelijk in handen waren van de lokale overheid. Steden vormen steeds meer de economische centra van ons land waarbij bestuurlijke creativiteit kan zorgen voor verdere groei en dynamiek. Integriteit van bestuurders is van belang voor het vertrouwen dat burgers in hen stellen, evenals een passend salaris uit publieke middelen. Tot slot dienen overheidsfinanciën op orde te zijn, in Nederland en in de drie andere landen in het Koninkrijk (Curaçao, Sint Maarten en Aruba). |
|||||||
Overig | € 0,1 | Algemene Zaken (AZ) is het ministerie van de minister-president. AZ verzorgt de voorbereiding en ondersteuning van de ministerraad. Daarnaast coördineert het ministerie de communicatie van de Rijksoverheid. De Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid, onderdeel van AZ, onderzoekt langetermijnontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het regeringsbeleid. Naast de grondwettelijke uitkeringen aan drie leden van het Koninklijk Huis (Koning, Koningin en Prinses Beatrix) bestaan de uitgaven voor het grootste gedeelte uit personele en materiële uitgaven ter ondersteuning van het Koninklijk Huis. |
|||||||
Onder andere: Algemene Zaken, Adviesorganen en Staten-Generaal, waaronder de volgende posten: | |||||||||
Begroting Algemene Zaken, Kabinet van de Koning en CTIVD | € 0,1 | ||||||||
Begroting van de Koning | € 0,0 | ||||||||
Totaal uitgaven | € 259,7 | ||||||||
Begrotingstekort 2015 | € -12,8 | Verschillen in afronding? |